Gevaarlijke stoffen

In dit deel geef je de producten aan die het meeste gevaar inhouden. Houd hierbij rekening met de intrinsieke eigenschappen van de stof alsook de hoeveelheid en de kans betrokken te zijn in een incident. Zo houdt een ondergrondse vloeistoftank meestal minder gevaar in dan bovengrondse kleinere recipiënten.

Gevaarlijke stoffen worden geselecteerd uit een lijst, indien je deze niet terug vindt in de lijst, kan je deze toevoegen.

Stap 1

Indien er geen gevaarlijke stoffen in het gebouw of bedrijf aanwezig zijn, bevestig je dit door de checkbox aan te vinken.

Je kan dan verder gaan naar ‘3.8 Opmaken van het inplantingsplan’.

Stap 2

Wanneer er gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, kan u deze opzoeken in de lijst.

Stap 3

Zoek op naam of op het CAS nummer, of selecteer uit de lijst.

Stap 4

Indien de stof niet in de lijst aanwezig is, dan geef je deze in op met behulp van door de knop ‘Nieuwe gevaarlijke stof ingeven’.

Stap 5

Geef vervolgens de gegevens van de stof in:

  • Product
  • CAS:
  • UN:
  • GEVI:
  • Verschijningsvorm:
  • Selecteer uit lijst

Stap 6

Selecteer vervolgens de 2 belangrijkste gevaren van de stof.

Stap 7

Geef de waarde voor het NFPA gevarendiamant in per kleurcode. Deze toont in een oogopslag de mogelijke risico’s die verbonden zijn aan een chemische stof op vlak van gezondheid, ontvlambaarheid en reactiviteit.

Stap 8

Sluit de nieuw ingegeven gevaarlijke stof af met de knop ‘Toevoegen’.

Deze wordt nu mee opgenomen in het interventie dossier samen met de overige gevaarlijke stoffen.

© 2020 Certeso
Alle rechten voorbehouden

info@certeso.com
 +32 11 20 10 51

Industriepark 1003 3545 Halen

Disclaimer en privacy
BTW: BE0463 433 039